Ga er daarom op uit om alle volken tot mijn leerlingen te maken…
Er zijn mensen die bij het lezen van deze tekst heel blij en enthousiast worden. Zij worden er zo blij van als ze de kans krijgen om iemand te vertellen over Jezus. Lang, heel lang geleden woonde ik in Griekenland. De vader van het gezin, waar ik bij woonde, was zo iemand. Overal waar we kwamen vertelde hij over God. Even naar de winkel om een boodschap te doen, bestond niet voor hem, want er was altijd wel iemand die van God moest horen. In mijn ogen ging het hem ook zo gemakkelijk af en mensen liepen echt nooit boos weg. Inmiddels is deze lieve man overleden, maar ik weet zeker dat hij veel mensen ontmoet bij God die hij ontmoet heeft.
Graag wil ik ook gehoorzaam zijn aan deze woorden, maar bij mij gaat het niet zo makkelijk. Ik ben gauw bang dat mensen mij vervelend en raar vinden als ik begin over Jezus. En toch wilde ik het ook leren. Dus ik ging bidden: “Heer wilt U mij leren om over U te vertellen, maar wel op een manier die bij mij past. Om eerlijk te zijn vond ik het gebed al heel moedig, want bij het idee dat er zich mogelijkheden zouden aandienen, kreeg ik al vlekken in mijn nek en visioenen van boze mensen.
Zo rond de kerst werd ik gebeld door ‘mijn’ gezin dat de bevalling was begonnen en ik verwacht werd om aan het werk te gaan. Na het klaarzetten van alle spullen brak er een tijdje van wachten aan, totdat de verloskundige en ik ook aan de bak moesten. We zaten in een andere kamer en kletsten zachtjes over de komende feestdagen. Totdat ze tegen mij zei: “Je hebt een lekker kleurtje op je gezicht, vakantie gehad? Nou ja vakantie niet echt, ik was in Afrika om te werken. “Oh ja? vroeg ze. Wat voor werk?”
Ik voelde de vlekken omhoog komen, maar dacht tegelijk aan mijn (over)moedige gebed. En dus gooide ik eruit dat we mensen die in de kerk komen uit de bijbel leren en leiders in kerken trainen. Gelukkig kon ik daarna gauw over op het meenemen van de kleding en spullen en het ontmoeten en onderwijzen van zwangere vrouwen en jonge moeders. De verloskundige die, al wilde ze het misschien wel, toch niet weg kon lopen, begon mij allerlei vragen te stellen. En zocht zelfs onze stichting even op het internet op. Hoe langer het gesprek duurde hoe makkelijker het ging. Ik praatte over de passie van Erik en mij om naar Afrika te gaan en leiders te bemoedigen en te trainen omdat ik van God hou.
Ik ben er niet zeker van of de verloskundige blij was met de onderbreking van een bevallende vrouw, maar ik had één en ander kunnen vertellen. De verloskundige is er niet meer op terug gekomen. Maar ik heb een ‘zaadje’ kunnen planten. En wie weet…
Als ik dan toch nog een goed voornemen mag kiezen, dan is dit het: dat ik voor meer mensen in 2024 een ‘lichtje’ mag zijn om ze te wijzen naar het allermooiste ‘Licht der Wereld’. Dat mensen een ontmoeting zullen hebben met Jezus.